Wildbeheereenheid Holten Natuurlijk!
De WBE Holten bestaat sinds jaar en dag en werkt nauw samen met verschillende overheidsorganen waaronder Faunabeheereenheid Overijssel, lokale gemeente en (particuliere) grondeigenaren om de natuur in stand te houden en de wildstand te bevorderen.
Wij zijn voor de natuur en in de natuur, natuurlijk!
OVERIJSSEL SCHADE BESTRIJDING
Provinciale Ontheffingen
Aanwijzingen | Vrijstellingen
AANWIJZING (ART 67)
Wild zwijn: Jachthouders en jachtaktehouders met toestemming van de jachthouders is het toegestaan om met behulp van het geweer de stand van het wild zwijn te beperken. Het besluit heeft betrekking op het grondgebied van de gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hardenberg, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Ommen, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.
Nijlgans: alleen binnen werkgebied WBE Tussen Grens & Vecht ‘De Akkerlanden’.
VRIJGESTELDE DIERSOORTEN (ART 65)
Het is grondgebruikers op de door hem gebruikte gronden en opstallen toegestaan; Roeken te doden m.b.v. het geweer. Roeken mogen niet geschoten worden binnen een straal van 500 meter van de kolonie. Er mogen niet meer dan maximaal 5 roeken per dag per schadeperceel worden gedood.
ONTHEFFING (ART 68)
In FRS kunt u bij Algemene – en Perceelsgebonden Machtigingen zien voor uw provincie van welke diersoort een ontheffing voorhanden is.
- > Grauwe gans
- > Kolgans
- > Brandgans
- > Ree
- > Vos, lichtbak
- > Smient
- > Wilde eend
Schadebestrijding
Voor het bestrijden van de dieren zijn er verschillende mogelijkheden, waarvoor u in alle gevallen een toestemming nodig hebt. Deze toestemming kan een vrijstelling, aanwijzing of een ontheffing van de Flora- en faunawet zijn.
Aanwijzing
Gedeputeerde Staten kunnen op grond van art. 67 van de FF-wet een aanwijzing afgeven aan (groepen van) personen om de stand van bepaalde diersoorten op aangewezen gronden te beperken, in het kader van volksgezondheid of ter voorkoming van schade.
Vrijstelling
Op de vrijstellingslijst staan inheems beschermde diersoorten die niet in hun voortbestaan bedreigd worden en die in het gehele land (landelijke vrijstelling), of in bepaalde delen van het land (provinciale vrijstelling) schade veroorzaken. Voorwaarde voor het gebruik van de vrijstelling is wel dat er een verband moet zijn tussen (dreigende) belangrijke schade aan gewassen en het verjagen van de betreffende diersoorten, en dat u voldoet aan de voorwaarden gesteld in de FF-wet, bijvoorbeeld de eis van minimaal 40ha.
Ontheffing
Voor inheems beschermde diersoorten waarvoor geen vrijstelling is verleend of waarvoor geen aanwijzing is afgegeven kan de provincie een ontheffing op grond van artikel 68 van de Flora- en Faunawet verlenen aan de Faunabeheereenheid. De Faunabeheereenheid kan een grondgebruiker of WBE vervolgens machtigen om van deze ontheffing gebruik te maken. Op grond van het Faunabeheerplan wordt voor een aantal diersoorten die structureel voor schade zorgen een ontheffing op voorhand uitgegeven aan de Faunabeheereenheid. Voor andere soorten kan een incidentele ontheffing worden aangevraagd bij de Provincie.